Corfu
1996
Maandag 30 september
Sommige vakanties beginnen lekker lui, met uitslapen bijvoorbeeld. Deze van
ons niet want om half vijf zijn we op. Een half uur later komen Marieke en
Florus om ons weg te brengen. Rond half zes zijn we op Schiphol waar het nog
vrij stil is. Na het wisselen van wat geld en de belastingvrije inkopen is het
tijd om in te stappen en vertrekken we om iets over zeven. Vrij snel na de
start wordt het licht. Er is niets te zien want het is bewolkt. Pas boven
Zuid-Duitsland is er iets te zien. In combinatie met het video informatie
systeem in het vliegtuig is precies te volgen waar we op dat moment zijn. Na
ruim twee en een half uur vliegen landen we op Corfu.
Het vliegveld van Corfu is vrij klein. Er staat nog één ander vliegtuig,
dat klaar is om te vertrekken. Alles gaat er erg snel en even later staan we te
wachten op een taxi die ons naar het hotel zal brengen. Het lukt de chauffeur
van de taxi niet om vier koffers achterin de auto te krijgen. Bij iedere poging
die hij doet raakt hij meer over de kook. Vier personen is geen probleem, vier
koffers is teveel. Er moet dus een tweede taxi aan te pas komen.
Het hotel ligt op ongeveer een kwartier rijden van het vliegveld. De weg is
erg bochtig en gaat het laatste deel vlak langs de zee. Het hotel ligt tegen
een heuvel gebouwd. Het bestaat uit een hoofdgebouw met receptie, bar en
restaurant en de hotelkamers. Daarnaast ligt een aantal gebouwen met
appartementen. Het in-checken gaat traag. De beloofde twee seconden wachttijd
wordt al gauw een half uur. Als daarna gezegd wordt dat het nog wel een half
uur kan duren voordat de kamer klaar is blijkt dat slechts een paar minuten te
zijn. Tijd is hier dus een relatief begrip.
De kamer ligt op de tweede verdieping en is van het type "standaard
toeristen hotel". Twee bedden, een badkamer met bad, douche en wastafel
(allebei met een lekkende kraan) en een toilet. Op het balkon is een zitje en
we hebben een prachtig uitzicht over zee. In de verte zie je het vasteland van
Griekenland met de bergen. Af en toe komt er een vliegtuig letterlijk langs het
balkon vliegen want we zitten hemelsbreed maar een paar kilometer van het
vliegveld. Hinderlijk is het echter niet.
Al ruim voor de eetzaal opengaat, om half acht, staat er een rij wachtende
mensen voor de deur om een tafeltje te veroveren. Waarschijnlijk zijn hotel en
het aantal appartementen in de loop der jaren wel uitgebreid maar de eetzaal
niet. Hierdoor moet er in groepen worden gegeten en iedereen wil bij de eerste
sessie zijn. Het eten is in buffetvorm. De opstelling van de ronde tafels met
de schalen is niet erg logisch, waardoor de ene helft van de mensen met de klok
mee en andere helft andersom loopt. Maar het is vakantie en we hebben alle
tijd. Het eten is gevarieerd en smakelijk. In de twee weken dat we in het
hotel zijn zien we nooit twee keer hetzelfde op tafel staan. Na het eten wordt
de rest van de avond op het balkon doorgebracht en zien we de maan als een
bosbrand boven de bergen opkomen.
Dinsdag 1 oktober
We gaan met de bus naar Corfu stad. De bushalte is beneden het hotel. Ruim
op tijd staan wij daar te wachten op de bus, die volgens ons, veel te laat
komt. Wij weten dan nog niet dat de bij de bushalte opgegeven tijden niet voor
die bushalte gelden, maar voor de plaats van waaruit de bus de reis begint. De
rit naar het centrum duurt ongeveer een half uur. Wanneer we bij het eindpunt
uitstappen lopen we min of meer op goed geluk naar het oude stadsdeel. We komen
uit bij zee, vlak bij de oude vesting.
De oude vesting is gebouwd op een schiereiland met twee ongeveer
Weer terug op de begane grond gaan we eerst naar de Esplanade, het grote
plein van de stad. Tot in de 17e eeuw stonden hier huizen, maar de
toenmalige machthebbers vonden het beter om voor de vesting een grote open
ruimte te hebben omdat dat gemakkelijker te verdedigen is. Op een van de vele
terrassen drinken we wat. Daarna vervolgen we de reis om via de oude haven het
labyrint van smalle straatjes van het oude centrum in te gaan. Eerst komen we
in de kerk van St. Theodora Augusta. In de kerk is een sarcofaag waarin haar
beenderen worden bewaard. Een geestelijke staat ernaast gebeden op te zeggen.
Veel tijd om er te zijn hebben we niet want de kerk sluit om 1 uur.
Daarna gaan we weer verder door de smalle straatjes. Er zijn heel veel
kleine winkeltjes, waarvan opvallend veel juwelierszaken. Boven de winkels zijn
drie of vier verdiepingen met woonhuizen. Het wasgoed wordt hier aan lijnen
boven de straat gedroogd.
Dan komen we bij de kerk van St. Spiridon, de beschermheilige van het
eiland. De heilige Spiridon was een martelaar die rond het jaar 300 op Cyprus
geleefd heeft. Zijn beenderen zijn in 1456 op Corfu gekomen, waar de heilige in
de loop der eeuwen talloze wonderen verricht zou hebben. In de kerk hangen
prachtige iconen. De sarcofaag met zijn beenderen staat in de kerk. Er boven
hangen veel dankgeschenken van de gelovigen voor de wonderen die hij gedaan
heeft. Een aantal malen per jaar wordt er in de stad een processie ter ere van
St. Spiridon gehouden.
Op de weg naar het busstation eten we even een broodje. De naam busstation
is wat misleidend omdat ongeveer de helft van de stadsbussen niet vandaar maar
iets verderop in de straat vertrekt.
Woensdag 2 oktober
Vandaag is de wekker nodig om op tijd op te staan. We vertrekken vroeg voor
de eiland tour, een excursie die bedoeld is om je in een dag het hele eiland te
laten zien.
Wanneer we de weg naar beneden lopen waar de bus ons op zal halen rijdt ons
een taxi tegemoet, die stopt, en waarvan de chauffeur vraagt of we op weg zijn
naar een excursie. Zo ja, dan instappen s.v.p. Hij brengt ons naar een plaats
vlakbij het vliegveld waar we moeten overstappen in de bus. Na nog een paar
mensen in de stad opgehaald te hebben begint de tocht.
De eerste stop is in Kanoni. Dit ligt aan de rand van Corfu stad op zo’n
Vandaar gaat het naar het Achillion, het voormalig zomerpaleis van keizerin
Elisabeth (Sissi) van Oostenrijk en de Duitse keizer Wilhelm II. We maken eerst
een wandeling door de tuin. Opvallend zijn twee grote beelden van Achilles; als
held geplaatst door de Duitse keizer en stervend geplaatst door Sissi die zelf
nogal depri was. Van het paleis is, op een paar kamers na, niets te zien. Het
meeste indruk maakt de kleine huiskapel.
Op weg naar de volgende plaats, Paleokastritsa, wordt een korte stop
gemaakt bij een likeurstokerij. Alleen het proeflokaal annex verkoopruimte kan
bezichtigd worden. Het geheim van de fabricage van de Koum-Kouat, de likeur van
het eiland, wordt ons dus niet onthuld.
Paleokastritsa is een plaatsje aan de westkust van Corfu. Hier gaan we naar
het klooster van de Moeder Gods. Het ligt bovenop een heuvel en is via een smalle
slingerende weg te bereiken. Het stijgende en het dalende verkeer wordt door
verkeerslichten uit elkaar gehouden omdat passeren op deze weg niet mogelijk
is. Het klooster in is de 13e eeuw gesticht maar de gebouwen zijn
geregeld tijdens oorlogen verwoest. De huidige gebouwen stammen uit de 18e
en 19e eeuw. Er is een kleine kerk boordevol iconen. De twee waarop
het scheppingsverhaal wordt weergegeven zijn heel mooi. Van de inventaris van
het klooster is uit het verleden nog heel veel bewaard gebleven. Dit komt omdat
de monniken in vroegere tijden van gevaar zichzelf en hun spullen in veiligheid
brachten naar een kasteel op een heel moeilijk bereikbare top van een berg in
de omgeving.
Weer beneden maken we een korte boottocht langs de kust waarbij de boot een
paar ondiepe grotten binnenvaart.
Voor de lunch gaan we de bergen in. De weg is erg smal en kronkelend. In
het dorp Lakones, dat letterlijk tegen de helling aangeplakt ligt, moet de bus
echt stapvoets door de straten rijden omdat de speling aan beide zijden tussen
de bus en de huizen maar een paar centimeter is. Iets voorbij het dorp stoppen
we voor de lunch bij een restaurant met een prachtig uitzicht over de zee en
Paleokastritsa waar we net vandaan komen. We zitten daar op ongeveer
Via de bergen komen we in Kassiopi, een vrij groot dorp in het noordoosten
van het eiland. Hier stoppen we een half uurtje bij de haven om even de benen
te strekken en wat te drinken. Tijdens de laatste etappe wordt nog even een
korte stop gemaakt om een foto te maken van Albanië, dat op dit punt maar 2½
kilometer van Corfu verwijderd is. Om zeven uur zijn we weer terug in het
hotel.
Donderdag 3 oktober
Deze dag begint dit jaar voor ons niet met het in de rij staan voor de
uitdeling van haring en wittebrood. We wandelen naar Benitses, een dorp
ongeveer twee kilometer ten zuiden van ons hotel. Het zou heel goed te lopen
zijn als de weg wat overzichtelijker en het verkeer niet zo levensgevaarlijk
zouden zijn. Benitses is een vrij klein (voor Corfiotische begrippen vrij
groot) toeristenplaatsje. Hier is duidelijk te merken dat het seizoen bijna
afgelopen is; er is heel weinig te beleven. Bovendien zijn we er vrij vroeg.
We besluiten om van daaruit met de bus naar Corfu stad te gaan.
In de stad bezoeken we eerst de kerk van St. Christoforus, de
rooms-katholieke kathedraal van het eiland. Het is een vrij kleine eenvoudig
ingerichte kerk. De priester die op dat moment daar rondloopt is zo te zien al
jaren aan zijn pensioen toe.
Na nog wat wandelen door de smalle straatjes gaan we weer terug met de bus
die zo ontzettend vol zit en vooral staat dat je dat in Nederland niet voor
mogelijk houdt
Na het avondeten maken we even een wandeling door het complex. Het blijkt
veel groter te zijn dan dat je bij de eerste indruk denkt. Verder dan de
buitenste appartementen komen we niet. Daarna is er geen verlichting en is het
er zo donker dat je geen hand voor ogen kunt zien.
Vrijdag 4 oktober
We gaan op stap met de bus naar het zuiden, naar Kavos, de meest zuidelijke
plaats van Corfu. We gaan met een bus van de groene lijn. Op Corfu rijden twee
typen bussen. Die van de blauwe lijn, de stadsbussen, zijn voor de kortere
afstanden, tot zo ongeveer
De tocht gaat eerst langs de oostkust van het eiland en vervolgens door het
binnenland. Over de
Kavos is een langgerekte toeristenplaats met voornamelijk Britse
vakantiegan-gers. Dat is goed te merken ook. Het dorp bestaat voornamelijk uit
een kilometer lange straat die parallel aan zee loopt. Het is een
aaneenschakeling van bars, winkeltjes en restaurants. Je moet moeite doen om
ergens een woord Grieks te ontdekken. Of het komt omdat het einde seizoen is of
het komt omdat de Engelsen veel later opstaan dan normale mensen weten we
niet, maar het is erg stil op straat. we lopen eerst een stuk over het strand
dat hier uit fijn zand bestaat. Op de grens tussen zee en land ligt een dikke
laag opgedroogd wier. Eigenlijk is er in Kavos, overdag tenminste, geen zier te
beleven.
Op de weg terug stroomt na een paar kilometer de bus vol met scholieren.
Dat wordt een levendige boel, maar gaandeweg stappen die ook weer uit en wordt
het zo stil in de bus dat zelfs de conducteur in slaap valt.
Aan het einde van de middag gaan we wandelen naar het Achillion. Volgens de
kaart moet het ongeveer een kilometer lopen zijn. Vanuit het hotel gaat de weg
steil omhoog. Ergens moeten we fout gelopen zijn want na een kilometer gaan we
weer even steil omlaag en komen we weer bij zee uit. Sissi zal de pot thee dus
alleen moeten leegdrinken deze middag. We nemen ons voor om in de komende dagen
een nieuwe poging te doen.
Zaterdag 5 oktober
We worden vandaag vroeg wakker. Niet door de wekker die op zeven uur gezet
was, maar door een onweersbui met flinke windstoten. Alles wat nog op het
balkon stond moet worden binnengehaald en dan zijn we echt helemaal wakker.
Na het ontbijt besluiten we toch maar om op pad te gaan. Het is inmiddels
droog geworden. Via Corfu stad gaan we naar Agios Gordios aan de westkust van
het eiland. Over de rit van
Weer terug doen we even een paar boodschappen voordat de volgende serie
buien losbarst. Het is die avond zo slecht weer dat we voor het eerst niet op
het balkon kunnen zitten. We organiseren een zitje op de kamer. In de bar de
avond doorbrengen is geen echt alternatief door de gruwelijk hoge prijzen.
Het zoveelste kerkje
dat we tegenkomen.
Zondag 6 oktober
Ergens aan het begin van de nacht valt de stroom uit. Het is dan echt
aardedonker. Buiten is het slecht weer, storm en regen. Het ontbijt is nog in
de schemer bij kaarslicht. Pas rond tien uur is er weer elektriciteit.
De blauwe bus naar de stad is aan de late kant. Daardoor missen we de
groene bus naar Kassiopi. De eerstvolgende bus die vertrekt is naar Glifada. We
nemen die dan maar. Op zondag kan je niet al te kieskeurig zijn wat betreft de
plaats waar je naar toe wilt. De dienstregeling is dan meer dan gehalveerd.
Glifada is een toeristenplaats aan de westkust. Als alle vakantiegangers
weer naar huis zijn blijven er misschien hooguit zo`n honderd echte inwoners
over. Het heeft het mooiste, breedste en langste zandstrand dat we tot nu toe
hebben gezien. Volgens ons boekje is het erg kindvriendelijk maar door de
harde wind is daar vandaag niet veel van te merken.
Wij lopen vandaag niet alleen door het dorp. Al vrij snel krijgen we
gezelschap van een hond. Het beest is een raszuiver exemplaar van het type
vuilnisbak. Hij (het kan ook een zij geweest zijn) doet denken aan de hond
Rataplan uit de verhalen van Lucky Luke. Even dom en even trouw aan degene van
wie hij denkt dat het zijn baasje is. De liefde komt overigens uitsluitend van
zijn kant. Soms zijn we hem even kwijt maar bij de volgende bocht staat hij ons
weer op te wachten met een blijk van: "wees maar niet bang hoor, ik laat
jullie niet in de steek". Wanneer we wat gaan eten schuift hij bij ons aan
om wat hapjes bij elkaar te bedelen. Pas wanneer we opstaan en vertrekken
draait hij zich om en zoekt zonder gedag te zeggen een ander tafeltje. Hij
heeft zeker nog meer honger. Ook bij een hond gaat de liefde dus door de maag.
Wat de reden is zal ons altijd wel verborgen blijven maar de chauffeur van
de bus heeft op de terugreis naar de stad duidelijk haast. Over de reis heen
deden we bijna drie kwartier. Terug gaat het in 25 minuten. Dat komt goed uit
want daardoor halen we ruimschoots de aan sluitende bus naar het hotel. Het
weer is intussen helemaal opgeknapt. `s Avonds zitten we dus weer heerlijk op
het balkon wat te lezen, een spelletje te kaarten en te kijken naar de lichten
van de vissersboten vlak voor ons in zee.
Maandag 7 oktober
In tegenstelling tot de weersverwachting die we via de Wereldomroep gehoord
hebben begint de dag stralend en dat blijft zo. We gaan met de bus naar de stad
en proberen vervolgens met een andere bus vandaar naar Kanoni te gaan. Als die
bus niet komt opdagen en bovendien iemand ons vertelt dat op deze lijn allen
met van tevoren gekochte kaartjes gereisd kan worden besluiten we om te gaan
lopen. De schatting is dat deze tocht ergens tussen het half uur en de drie
kwartier in beslag zal nemen. Onderweg komen we langs ruïnes en opgravingen van
Romeinse gebouwen.
Links van de weg ligt een groot park. Het hoort bij de villa Mon Repos waar
prins Philip van Engeland is geboren. Het is er heel stil met smalle paden die
door heel veel groen gaan. Er bloeien overal wilde cyclamen. Af en toe schiet
er een hagedis weg. We vinden er wel een oude verlaten kerk maar de resten van
een Romeinse tempel kunnen we nergens ontdekken. Weer terug in de bewoonde
wereld gaan we verder omhoog naar Kanoni.
In Kanoni is het erg druk. Voor veel excursies is dit een verplichte stop
voor de bussen. Een half uur later is het er weer erg rustig. de meeste mensen
zijn dan alweer op weg naar de volgende bezienswaardigheid. We hebben een mooi
plekje op het terras met uitzicht op de landende en startende vliegtuigen. Het
valt op dat de helft van de vliegtuigen die we zien uit Nederland afkomstig is,
terwijl we bijna geen landgenoten op het eiland zijn tegengekomen.
Via een dalend pad en 72 traptreden komen we beneden bij het kloostereiland
Vlacherna. Het klooster is nu niet meer in gebruik maar is voor een deel nog
wel te bezoeken. Vandaar maken we een boottocht. De schipper van de kleine vissersboot
heeft een echte "Zorba de Griek" kop. Bij het aan boord gaan moet hij
af en toe wel een handje helpen. De tocht gaat eerst om het muizeneiland heen
en dan langs de punt van het eiland waar we even tevoren hebben gewandeld. Nu
zien we vanaf het water de resten van de Romeinse tempel die we eerder niet
konden ontdekken. Daarna varen we rondom de oude vesting naar de oude haven van
de stad. Wie wil kan daar uitstappen om de stad te bezoeken. De terugreis gaat
linea recta (voor zover dat mogelijk is) terug naar het kloostereiland. Via een
wandeling over de smalle dam die dwars door de baai is aangelegd komen we bij
de bushalte om het laatste stukje van de reis af te leggen.
Dinsdag 8 oktober
Als we de gordijnen openschuiven blijkt het bewolkt te zijn. Goed weer dus
voor een "lange" reis. Wanneer we vertrekken spettert het een beetje.
Even later wordt dit een stevige plensbui.
We gaan naar Sidari, een van de meest noordelijke plaatsen op het eiland.
Eerst is de weg nog relatief breed maar als we omhoog gaan wordt hij steeds
smaller. Over de top is het helemaal een smalle weg. Dit geeft problemen
wanneer twee bussen elkaar tegenkomen. Door de vele bochten zie je dat pas op
het laatste moment. Een van de twee moet dan achteruit naar een plek waar
passeren mogelijk is. Voor de mensen die dit niet gewend zijn, wij dus, is dit
een spannende ervaring, vooral als de bus in de berm terecht komt en lichtelijk
overhelt in de richting van de diepte.
Sidari is een badplaats met een breed zandstrand. Het dorp bestaat
voornamelijk uit een lange straat met hotels, winkels en bars. Naarmate de dag
vordert, en het steeds zonniger wordt, wordt het erg levendig op straat. Weer
terug in Corfu on-weert het. Dit gaat later over in druilregen en geleidelijk
wordt het weer droog.
Woensdag 9 oktober
De nacht is onstuimig verlopen. Een voorteken in de avond van gisteren was
al dat er nergens op zee een licht van een vissersboot te zien was. Ze hebben
gelijk gehad door thuis te blijven. Onweer, storm en regen, kortom een nacht
met piepende deuren en rammelende luiken.
In de ochtend begint het weer op te klaren en als we in de stad aankomen is
het redelijk weer dat in de loop van de dag zelfs stralend wordt. We scharrelen
eerst wat door de smalle straatjes met de winkeltjes en komen vervolgens via de
haven op de markt terecht. Hier worden voornamelijk de dagelijkse
levensmiddelen verkocht. Alleen al je neus is voldoende om te weten voor wat
voor kraam je staat. Groente, fruit, kruiden en vis, alles heeft zo zijn eigen
plek op deze markt.
Na een broodje voor onderweg gaan we naar de nieuwe burcht. Een bouwwerk
ook uit de Venetiaanse tijd. In tegenstelling tot de oude burcht die uit een
aantal losstaande gebouwen binnen de vestingmuren bestaat is deze vesting één
kolossaal geheel. Het is heel planmatig met metersdikke muren in ringen
opgebouwd. Iedere keer als de vijand een ring had ingenomen moesten zij er een
verder en meteen een verdieping hoger. Nu is het een vredig geheel. Binnen zijn
er de meest vreemde tunnels en trappen die het een met het ander verbinden.
Binnen de kortste keren ben je volledig je oriëntatie kwijt en weet je pas weer
waar je bent als je buiten komt. Helemaal boven (ongeveer
Weer zigzaggend door de straatjes komen we weer bij de bus voor de
terugreis. In de avond valt er weer wat regen.
Donderdag 10 oktober
De dag begint druilerig. Als we in Boukari aankomen is het weer droog.
Boukari staat in ons boekje omschreven als een vissersdorp. De omschrijving
"dorp" is wel heel erg veel voor een paar huizen, twee restaurants en
een kleine haven. We denken dat het echte dorp iets meer landinwaarts ligt en
volgen twee wat oudere mannen die met ons de busreis tot het einde hebben
meegemaakt. Druk pratend lopen zij voor ons uit. Al na zo`n honderd meter lopen
we over een landweg door de olijfbossen. Er is verder dus geen dorp meer. Bij
een T-splitsing gaan de mannen linksaf. Wij gaan op de gok rechtsaf en komen na
een kwartiertje lopen in een echt dorp, Kouskades. Hier is nog het echte gewone
Griekse leven te zien. Iedereen groet je met kalimera, goede morgen. Na het
dorp lopen we nog een flink stuk door over een zandpad. Ergens in dit
niemandsland komen we een komplete kattenfamilie tegen die zich tegoed doet aan
wat visresten die iemand daar heeft achtergelaten.
Wat echt verbaasd is de manier waarop de Corfioten met het milieu omgaan.
Overal kom je de mooiste stukjes natuur tegen met daartussen overal waar je
maar kijkt afval. Het is nergens echt schoon. Onbegrijpelijk als je ziet dat er
toch overal vuilcontainers langs de weg staan die voor het grootste deel leeg
zijn.
Op de terugweg komen we langs het dorpscafé. Een beetje overdreven benaming
voor een kleine donkere ruimte met twee houten tafels en vijf gammele stoelen.
De uitbater doet zijn uiterste best ons naar binnen te krijgen, maar het lukt
hem niet.
Weer terug in Boukari strijken we neer in het enige restaurant dat open is.
We zitten er heerlijk onder de bomen met uitzicht op zee. We willen daar ook
iets eten. In de reisgids is dit restaurant aanbevolen voor de lekkere vis,
maar doordat het einde seizoen is kan de gemengde visschotel niet meer
geserveerd worden. Dan maar iets anders besteld. Daarna wordt het een race
tegen de klok; wat komt eerst, het eten of de bus terug. Voor ons heeft de bus
voorrang want de eerstvolgende gaat pas in de avond. Het eten wint met een
neuslengte. Maar het lukt toch niet om alles naar binnen te krijgen voordat de
bus even later komt.
Aan het einde van de middag ondernemen we een tweede poging om naar het
Achillion te wandelen. Deze keer gaat het goed. Het is een stevige wandeling
omhoog maar meer dan de moeite waard. Boven is bijna alles al gesloten maar dat
wisten we van tevoren. Via de weg naar Benitses gaan we weer naar beneden en
proberen van daar eerder terug te zijn bij het hotel dan de blauwe bus. Wij
winnen.
Vrijdag 11 oktober
In de bus naar de stad is nu duidelijk te zien dat het seizoen over is.
Zitplaatsen zijn er nu genoeg. Maar de bus naar Kassiopi is daar weer totaal
mee in tegenspraak. Deze is overvol en een hele horde mensen moet de hele reis
van vijf kwartier staan. De route gaat langs en vooral boven de kustlijn ten
noorden van de stad. Af en toe moet de chauffeur vol in de remmen om in een
bocht geen tegenligger te rammen. De gemiddelde snelheid ligt op
Kassiopi is, voor Corfiotische begrippen, een vrij grote plaats. Het dorp
bestaat uit drie straten, een naar links, een naar rechts en een naar het plein
bij de haven. Er zijn wel toeristen in het dorp maar er is toch iets van een
gemoedelijke sfeer overgebleven. We maken een wandeling door de ruïnes van de
middeleeuwse vesting. Veel meer dan de resten van de ongeveer een meter dikke
muren is er niet te zien. Het moet ooit een heel uitgebreid complex geweest
zijn. Nu is het bovenop de heuvel vrij vlak en vol met olijfbomen. Van bovenaf
heb je een mooi uitzicht over de vele kleine baaien.
Na het middagbroodje maken we een wandeling langs het strand. Het is
eigenlijk een wandeling langs heel veel piepkleine strandjes die door grote
groepen rotsen van elkaar gescheiden zijn. Het pad, zand, stenen en door de
regen van de afgelopen dagen veel plassen, gaat in een grote halve cirkel
onderlangs de oude burcht. Totaal is het een klein uurtje lopen. Op een
terrasje bij de bushalte wachten we op de bus voor de reis terug.
Zaterdag 12 oktober
Wanneer we in Messongi, een plaats op een half uurtje rijden ten zuiden van
ons, aankomen bellen we eerst op naar Sassenheim om opa Boekee te feliciteren
die vandaag jarig is. Het lijkt ons beter om dit vroeg te doen voor alle visite
er is. Bovendien willen wij een wandeling door het binnenland gaan maken en dan
moet je maar afwachten waar de volgende telefoon is.
We lopen op goed geluk het eerste de beste zandpad op. Dat blijkt niet zo`n
goede keuze te zijn want na een paar honderd meter zijn we midden op de vuilnisbelt
van het dorp terecht gekomen. Even de neus dicht en stevig doorstappen. Dan
gaan we via een steil pad omhoog en komen na ongeveer een kilometer bij een
kerkje dat, totaal verlaten, nog in aanbouw is. Bij het kerkje is een kleine
begraafplaats. Op (bijna) ieder graf staat een olielamp met daarnaast een fles
olie. Het doet wat bizar aan als je ziet dat op een van de graven de olie in
een lege Amstel bierfles bewaard wordt. Het kerkje is tevens het eindpunt van
het pad dus moeten we weer naar beneden. Dan gaan we verder langs een
riviertje. Langs de kant liggen wat vissersboten afgemeerd. Via een stukje
strand, een zandpad en een asfaltweg komen we weer in het centrum.
In de middag maken we een stevige wandeling naar Corfu stad. Het eerst
stuk, ongeveer drie kilometer naar Perama, gaat over de drukke weg en loopt
niet echt ontspannen. Achter elkaar aan is de enige manier om dit te overleven.
Ter hoogte van het muizeneiland nemen we het pad naar beneden om daarna over de
dam naar de andere kant van de baai te gaan. Vervolgens met de trap omhoog naar
Kanoni. Dan is het nog een klein uur lopen naar het centrum van de stad. En dan
smaakt een pilsje echt lekker. De meeste winkels zijn gesloten. Waarom weten
wij niet. Ook de bus terug (nog een keer anderhalf uur lopen is teveel van het
goede) is bijna leeg.
In de avond is het heerlijk op het balkon. In de verte boven het vasteland
zien we een paar onweersbuien. Later op de avond krijgen wij ook een fiks
onweer met plensregen. Maar omdat er geen wind staat kunnen we gewoon blijven
zitten. Pas tegen elf uur begint het af te koelen, maar dan is het toch
bedtijd.
Zondag 13 oktober
Voor de laatste keer op pad. Dit keer is het reisdoel Paleokastritsa. De
overstaptijd tussen de blauwe stadsbus en de groene bus is bijna een uur. We
hebben alle tijd om nog wat rond te wandelen in het centrum. Het is nog erg
stil in de stad. Om negen uur beginnen de kerkklokkek te luiden als teken van
het begin van de kerkdiensten. Kort daarna klinkt uit de vele kerken het
gezang. Er zijn zo veel kerken dat we op één plein van alle kanten tegelijk de
gezangen horen. Een dienst meemaken kan niet. Daar zijn we nu in onze korte
broeken en met een fototoestel om de nek niet op gekleed. Meer dan door de
deuren een glimp opvangen is niet mogelijk, maar wat we zien en horen is heel
indrukwekkend.
In Paleokastritsa zijn we al eerder geweest tijdens de rondreis. We lopen nu
de weg omhoog naar het klooster. We hebben nu alle tijd om de kerk rustig te
bekijken. Wij zijn er nu de enigen. In de kerk is net tevoren een dienst
afgelopen. De geur en de rook van de wierook zijn nog duidelijk te ruiken en te
zien in het zonlicht dat door de ramen binnenkomt.
Na een wandeling langs een van de vele strandjes en door wat straatjes is
het weer tijd om in de bus te stappen. Voor we instappen proberen we Irene te
bellen maar het antwoordapparaat staat aan.
In de stad hebben we weer een uur tijd voor de overstap. We kunnen rustig
wat eten en een nieuwe telefoonpoging naar Irene doen. Weer twee keer het antwoordapparaat.
Dan gaan we het laatste ritje met het openbaar vervoer maken. We zijn dan
98 buskaartjes en 19.100 drachme verder. Wanneer je uitgaat van ongeveer 15
drachme per kilometer en een gemiddelde snelheid van
Over de buschauffeurs op Corfu gaat de volgende mop. Een priester en een
buschauffeur overlijden op hetzelfde moment en komen gelijk aan bij de hemelpoort.
Helaas is er nog maar één stoel vrij. De priester denkt: "Geen probleem,
die is voor mij" en gaat alvast zitten. Petrus vraagt aan hem wat hij zoal
gedaan heeft in het leven en hij vertelt dat hij priester is geweest. Dan stelt
Petrus dezelfde vraag aan de ander. Deze antwoord dat hij buschauffeur op
Corfu was. Petrus denkt kort na en gaat naar de priester en zegt: "Sta jij
eens op en laat hem zitten. Want iedere keer als jij begon te preken viel de
hele kerk in slaap. En iedere keer als hij een bocht moest nemen begon de hele
bus te bidden".
Ook voor en na het avondeten is met 0031715216086 alleen contact via het
antwoordapparaat mogelijk. Heeft Irene dat ding soms aangezet om echt van haar
rust te genieten?
Maandag 14 oktober
Na het ontbijt is er alle tijd om de koffers in te pakken. Om half tien brengen we ze naar beneden. Kwart voor tien is de tijd dat we opgehaald zullen worden, maar er verschijnt niets. Tegen half elf krijgen we te horen dat er iets fout is gegaan. Ze zijn ons gewoon vergeten. Tegen elf uur zijn we dan toch op het vliegveld. Ach, het maakt tenslotte toch niet uit waar je moet wachten, bij het hotel of op het vliegveld.